Algemene uitkering gemeentefonds
Via circulaires informeert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gemeenten over de doorwerking van het Kabinetsbeleid in de gemeentefonds-uitkeringen. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeenten. Tot het gemeentefonds behoren de algemene uitkering, twee integratie-uitkeringen sociaal domein (Voogdij 18+ en Participatie), één overige integratie-uitkering (Inburgering) en decentralisatie-uitkeringen. De ontwikkeling ervan bepaalt in belangrijke mate de financiële ruimte van gemeenten. Het vanaf 2019 in de algemene uitkering integreerde deel van de integratie-uitkering sociaal domein is budgettair neutraal in de begroting opgenomen conform het besluit van de gemeenteraad. Gemeenten ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De raming van de algemene uitkering 2022 en de meerjarenraming 2023 tot en met 2025 is gebaseerd op de meicirculaire 2021. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de (netto gecorrigeerde) rijksuitgaven. Volgens de normeringssystematiek (trap op, trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de normerings-systematiek, wordt het accres genoemd. Bij elke circulaire vinden mutaties plaats, deels ten gevolge van een aangepast accres, deels door beleidsintensiveringen. Het accres is onderhevig aan schommelingen, waardoor ook de uitkomsten van de algemene uitkering per jaar en in een jaar verschillen.
Op 2 juni 2021 zijn er afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over een Hervormingsagenda voor het Jeugdstelsel. Deze afspraken volgen op de arbitrage uitspraak van de Commissie van Wijzen. Als onderdeel van de afspraken komt er voor het jaar 2022 een bedrag van € 1,3 miljard extra beschikbaar, bovenop de eerder toegezegd € 300 miljoen. De provinciale toezichthouders merken deze middelen aan als structureel dekkingsmiddel. De structurele bekostiging vanaf 2023 is overgelaten aan het nieuwe kabinet. Vanuit de koepels (IPO en VNG) is erop aangedrongen, dat gemeenten in hun meerjarenbegroting wel alvast rekening kunnen houden met extra structurele middelen vooruitlopend op de definitieve besluitvorming door het kabinet. De stelpost geeft geen budgettaire garantie, omdat deze op geen enkele manier iets zegt over de hoeveelheid middelen die gemeenten nodig hebben om taken goed te kunnen uitvoeren. Dat verklaart ook het uitgangspunt, om in het kader van behoedzaamheid, 75% van de bedragen te hanteren voor de omvang van de stelpost.
Integratie-uitkeringen sociaal domein
De integratie-uitkeringen Voogdij 18+ en Participatie zijn budgettair neutraal in de begroting opgenomen conform het besluit van de gemeenteraad.
Integratie-uitkering Inburgering
De integratie-uitkering Inburgering is budgettair neutraal in de begroting opgenomen.