Het BBV schrijft voor dat de meerjarenraming een raming bevat van de financiële gevolgen voor de drie jaren opvolgend op het begrotingsjaar, waaronder de baten en lasten van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de programma’s is opgenomen. De meerjarenraming dient in het kader van het onderzoek door de provinciale toezichthouder Duurzaam Financieel Evenwicht een positief saldo te hebben. Voor het opstellen van de meerjarenraming wordt de primitieve begroting 2022 als basisjaar gehanteerd voor de doorrekening van de onderstaande percentages.
Kaderbrief
In de Kadernota 2022 zijn de (aanvullende) kaders geformuleerd waarbinnen de meerjarenraming 2023-2025 is opgesteld.
Indexering
Voor de volgende kostensoorten geldt een inflatiepercentage van:
- salarissen en sociale lasten: 1,5%;
- energie: 2,0%;
- leveringen derden: 2,0%;
- subsidies en bijdragen 2,0%.
Toelichting salarissen en sociale lasten
Voor de raming van de loonontwikkeling 2022 wordt aangesloten bij de laatst vastgestelde CAO, voor de jaren daarna kan rekening gehouden worden met een stijging van 1,5%.
Toelichting energie
De indexering van de energielasten bedraagt 2,0%.
Toelichting leveringen derden
Ook bij de budgetten leveringen derden is de indexering beperkt tot 2,0%. De prijsontwikkeling BBP, zoals opgenomen in de meicirculaire 2021, is voor 2022 geraamd op 1,6%, voor 2023 op 1,9% en daalt naar 1,6% in 2924 en 2025.
Toelichting subsidies en bijdragen
Voor gesubsidieerde instellingen worden de budgetten aangepast met 2,0%. Daar waar sprake is van het onderdeel looncomponent en voor zover er al geen afzonderlijke individuele afspraken zijn gemaakt, wordt uitgegaan van de CAO.
Budget vervangingsinvesteringen
Dit budget wordt jaarlijks berekend aan de hand van de zogenaamde ‘vrijval’. De vrijval bestaat uit een component afschrijving (van afgeschreven activa) en een component rente (als gevolg van dalende boekwaardes van activa).
Algemene uitkering (inclusief integratie-uitkeringen Voogdij/18+, Participatie en Inburgering)
De algemene uitkering 2022 tot en met 2025 is gebaseerd op de meicirculaire 2021.
Kapitaallasten
De begrote bedragen zijn gebaseerd op de boekwaarden van activa voor de jaren 2022 tot en met 2025.
Incidentele lasten en baten
Er zijn in de (meerjaren)begroting geen incidentele baten en lasten van majeure omvang opgenomen met uitzondering van (incidentele) uitgaven ten laste van de eenmalige ruimte 2022.