Financiële begroting

Financiële beschouwingen

Hieronder volgt een toelichting op de verschillen tussen het primitief saldo van de begroting 2022 en het gewijzigde begrotingssaldo 2021:

Voorstellen nieuw beleid uit meerjarenbegroting 2021 - jaarschijven 2022-2024 uit het saldo
In de meerjarenbegroting 2021 zijn voorstellen opgenomen die ingaan vanaf 2022 of later dan 2022. Deze budgetten zijn ter informatie verwerkt in het meerjarensaldo. Bij het bepalen van het primitieve saldo zijn deze budgetten daarom niet meegenomen. In de aanbiedingsbrief bij deze begroting zijn deze voorstellen, mogelijk in aangepaste, opnieuw opgenomen.

Dekkingsvoorstellen uit meerjarenbegroting 2021, jaarschijven 2022-2024 uit het saldo
In de meerjarenbegroting 2021 zijn dekkingsvoorstellen opgenomen vanaf 2022. Deze zijn ook ter informatie verwerkt in het meerjarensaldo. Echter bij elke nieuwe begroting dient de verhoging van de opbrengst van een dekkingsmiddel voor het begrotingsjaar zelf worden vastgesteld. Bij het bepalen van het primitieve saldo is een opbrengstverhoging vanaf 2022 daarom niet meegenomen. In de aanbiedingsbrief bij deze begroting is een voorstel voor een opbrengstverhoging voor 2022 opgenomen.

Salarislasten
De afwijking op de salarislasten is een gevolg van voornamelijk de indexering van 1,5% van de personeelsstaat 2021 ten opzichte van de indexering 2,0% bij de meerjarenbegroting 2021.

2022

2023

2024

2025

Personeelsstaat 2022

-50

64

187

278

Ingeleend personeel

17

18

19

19

Totaal

-33

82

206

297

Onroerendezaakbelastingen
De berekening van de opbrengsten uit de onroerendezaakbelastingen is gebaseerd op de gerealiseerde opbrengst van de eerste twee aanslagopleggingen in 2021 en een berekening van de nog op te leggen aanslagen. In de berekening is ook rekening gehouden met areaaluitbreiding die is gerealiseerd.

Budgettenactie voorjaar 2021
In het voorjaar van 2021 zijn opnieuw alle budgetten tegen het licht gehouden in hoeverre een besparing mogelijk is. Dit heeft geleid tot verlaging van een aantal budgetten met ingang van de begroting 2022.

Treasury
Voor een tweetal langlopende geldleningen liepen de geraamde rentelasten niet meer gelijk met de werkelijke te betalen bedragen.

Prijscompensatie kadernota (2% i.p.v. 1,5%)
In de meerjarenbegroting 2021 werd uitgegaan van een jaarlijkse inflatiecorrectie van 1,5%. In de kadernota 2022 is de verwachte correctie bijgesteld naar 2,0%.

Sport- en cultuurcoaches
Sportcoaches in Norg is een project van drie jaren. Jaarlijks stellen we € 48.000 beschikbaar 220 voor het project. In de 1e Trimesterrapportage 2021 is opgenomen dat het budget verlaagd kan worden en deze aanpassing geldt ook voor de begroting 2022.

Leges burgerzaken
We kijken vanaf nu ieder jaar hoeveel documenten er verlopen zodat we zuiver kunnen begroten wat de opbrengst zal zijn voor volgend jaar en aan het einde van het jaar minder afwijkingen hebben. Het aantal verlopen documenten is niet evenredig verdeeld over de jaren, het ene jaar kan dat het dubbele zijn van het jaar daarvoor. Hierin kunnen we dus geen gemiddelde nemen waardoor deze posten zich niet lenen voor trendmatig verhogen maar voor een jaarlijkse exacte inschatting.

Sociaal domein (in primitief saldo)
In de analyse van het verschil tussen de primitieve saldi van de begroting 2022 en de meerjarensaldi uit de perspectiefschets 2022 voor de begroting sociaal domein kunnen we twee onderdelen onderscheiden: het effect van de reserve sociaal domein en de incidentele middelen jeugdzorg 2022.

Reserve sociaal domein
Door de gemeenteraad is besloten om de lasten en baten in het kader van de nieuwe taken van het sociaal domein budgettair neutraal in de begroting en rekening te laten verwerken. Daarbij is het alleen toegestaan om in het begrotingsjaar zelf een begrote onttrekking of dotatie aan de reserve sociaal domein te verwerken. In de doorrekening van de baten en lasten binnen het sociaal domein in de meerjarenbegroting 2021, waarop de Perspectiefschets 2022 is gebaseerd, kon voor de jaarschijf 2022 daarom nog geen rekening worden gehouden met een verrekening door de reserve sociaal domein. Het berekende nadeel voor het jaar 2022, in de meerjarenbegroting 2021, is nu opgenomen binnen de budgetneutraliteit van de begroting sociaal domein 2022 en levert daardoor een voordeel op voor de begroting 2022. Samen met de actualisatie van de begroting sociaal domein bedraagt dit voordeel in 2022 ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021, jaarschijf 2022 € 459.000.

Incidentele middelen jeugdzorg 2022
Op 2 juni 2021 zijn er afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over een Hervormingsagenda voor het Jeugdstelsel. Deze afspraken volgen op de arbitrage uitspraak van de Commissie van Wijzen. Als onderdeel van de afspraken komt er voor het jaar 2022 een bedrag van € 1,3 miljard extra beschikbaar, bovenop de eerder toegezegde € 300 miljoen. De provinciale toezichthouders merken deze middelen aan als structureel dekkingsmiddel.

Bij opstellen van de algehele begroting is de begroting sociaal domein gewijzigd vanwege de aankondiging van incidentele middelen voor de jeugdzorg uit het gemeentefonds. Landelijk is hiervoor voor 2022 € 1,3 miljard beschikbaar gesteld. Tussen Rijk, IPO en VNG is afgesproken dat gemeenten in de meerjarenraming 2023 tot en met 2025 rekening mogen houden met 75% van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Waar in eerste instantie werd uitgegaan van een begrote onttrekking aan de reserve sociaal domein, heeft de doorrekening inclusief de extra jeugdmiddelen van de baten en lasten binnen het sociaal domein voor 2022 geleid tot een begrote dotatie in 2022 aan de reserve sociaal domein van € 438.000.

Doordat de uitvoering van de Participatiewet onderdeel uitmaakt van het hek rondom het sociaal domein is het vooraf berekende nadeel van € 240.000 hierin ook verwerkt. Samen met het voordeel uit het onderdeel reserve sociaal domein bedraagt het voordeel in de begroting 2022 ten opzichte van de meerjarenbegroting 2021, jaarschijf 2022 € 699.000.

In meerjarenperspectief vanaf 2023 is het, vanwege de aanvullende middelen jeugd, mogelijk de baten en lasten binnen het hek van het sociaal domein budgettair neutraal in de meerjarenbegroting te verwerken. Dit heeft tot gevolg dat ten opzichte van de jaarschijven 2023 en 2024 uit de meerjarenbegroting 2021 voordelen ontstaan (2023: € 433.000 en 2024: € 402.000). De jaarschijf 2025 (€ 300.000 voordeel) is in deze begroting voor de eerste keer opgenomen.

Deze pagina is gebouwd op 12/20/2021 11:40:41 met de export van 12/20/2021 11:25:33