Kasbeheer
Er wordt op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen. Het betalingsverkeer wordt uitgevoerd via de NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). De gemeente beschikt over een aantal bankrekeningen. Bij tegoeden of schulden in rekening-courant worden de overtollige middelen belegd of worden de tekorten met kasgeldleningen gefinancierd. Hierover is een kredietarrangement afgesloten bij de BNG [1] . Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekeningcourant. Bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan een jaar zijn dit rekening courant, daggeld en deposito’s.
[1] Op dit moment zijn we, zoals alle gemeenten in Nederland, automatisch gekoppeld aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Met deze bank hebben we een contract afgesloten voor integraal bankieren. Hierdoor zijn we bij transacties op de geld- en de kapitaalmarkt verplicht bij opname van leningen offerte bij de BNG op te vragen en indien de condities niet naar wens van de gemeente zijn de BNG, onder mededeling van de gewenste condities, in de gelegenheid stellen een hernieuwde offerte uit te brengen.
Financieren en beleggen
De gemeente streeft er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s van de gemeente Noordenveld te beheersen. Daartoe wordt bij het afsluiten van leningen rekening gehouden met de liquiditeitspositie, de rentevisie en de renterisiconorm.
Vaste geldleningen per 1 augustus 2021
(x € 1.000) | |
Stand 1 januari 2022 | 48.768 |
Reguliere aflossingen | 3.374 |
Vervroegde aflossingen | - |
Stand per 31 december 2022 | 45.394 |
Gemiddelde rente | 2,63% |
Rentetoerekening
De rente die aan de taakvelden wordt doorbelast, wordt toegerekend op basis van een omslagrente. Deze is voor 2022 vastgesteld op 1,5%. De basis hiervoor is de boekwaarde van de activa die bij de taakvelden hoort.
Het toerekenen van rente aan de taakvelden vindt plaats via het taakveld treasury. De externe rentelasten over de korte en lange financiering en de rente over het eigen vermogen worden op het taakveld als last verantwoord. Vervolgens wordt de rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend en de werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht overhead) toegerekende rente als negatieve last op het taakveld treasury verantwoord. Door deze wijze van verantwoorden resteert met betrekking tot de rente op het taakveld treasury het renteresultaat.
De rente die aan de taakvelden wordt doorbelast, wordt toegerekend op basis van een bij de begroting (voor)gecalculeerd omslagpercentage (1,5%). Ten behoeve van de getrouwe weergave van de rentelasten op de taakvelden wordt echter wel een correctie op basis van nacalculatie verplicht gesteld indien de werkelijke rentelasten die over een jaar aan de taakvelden hadden moeten doorbelast meer dan 25% afwijken van de rentelasten die op basis van de voorgecalculeerde renteomslag aan de taakvelden zijn toegerekend.
Om een goed inzicht te geven in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening is het volgende renteschema opgenomen:
Renteschema (bedragen x € 1.000) | ||||
a. | Externe rentelasten over de lange en korte financiering | 1.462 | ||
---|---|---|---|---|
b. | Externe rentebaten (idem) | -/- | 0 | |
Saldo rentelasten en rentebaten | 1.462 | |||
c. | Rente grondexploitaties | -/- | 124 | |
Saldo door te rekenen externe rente | 1.338 | |||
d1. | Rente over eigen vermogen | +/+ | 65 | |
d2. | Rente over voorzieningen | +/+ | 0 | |
Aan taakvelden toe te rekenen rente | 1.403 | |||
e. | Werkelijk aan taakvelden toegerekende (omslag)rente | -/- | 1.721 | |
f. | Renteresultaat op het taakveld Treasury | -318 |
Risicobeheer
Met betrekking tot het risicobeheer geldt dat de gemeente het verstrekken van leningen of garanties en het aangaan van financiële participaties uitsluitend doet uit hoofde van de publieke taak. Hierbij bedingen we indien mogelijk zekerheden. Wij motiveren in onze besluiten het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van het treasurystatuut. De belangrijkste punten, naast de voorschriften genoemd in de Wet Fido, van dit statuut zijn:
Bij het uitzetten van middelen uit hoofde van treasury gelden de volgende uitgangspunten:
- overheidsbanken binnen het EMU-gebied met minimaal een A-rating;
- financiële instellingen binnen het EMU-gebied met minimaal een A-rating voor de lange termijn en een P1-rating voor de korte termijn. De rating moet door en erkende rating agency worden gegeven;
- overheden en publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%;
- toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn producten met hoofdsomgarantie aan het einde van de looptijd en/of uitzettingen in vastrentende waarden;
- voor de kasgeldlimiet en de renterisiconorm gelden de wettelijke waarden.